zondag 27 september 2009

Ervaringen van een vader

Die vrijdag word ik iets vroeger wakker dan anders. Niet dat ik nerveus ben of zo, maar ik wil op tijd bij Ernst in Eelde zijn. Daar worden we die vrijdagmiddag 18 september 2009 om 15:00 uur verwacht. Evelyne en ik arriveren er een uurtje van te voren. Ernst staat ons al op te wachten. Hij gaat ons vliegen en voor hem is dat net zo belangrijk als voor ons. Ik informeer voorzichtig bij Ernst wie de rest van de crew is. Niet dat ik bezorgd ben, maar ik wil het weten. Je zit tenslotte toch een tijd met die mensen in een “kist” op 5000 ft. Ernst vindt het onbelangrijk. Het gaat immers om hem. Hij wil het vliegtuig laten zien. Leuk vliegtuigje hoor, zo’n Beechcraft Baron. Wel stukken kleiner dan ik dacht. Niet dat ik het te klein vind, maar na ruim anderhalf jaar training en een bak schulden denk ik dat hij zo zoetjes aan wel toe is aan een Boeing 737. Ik neem bovendien aan dat tijdens de vlucht een charmante stewardess met een stralende glimlach een glas wijn en een goede lunch zal serveren. Ernst leert toch business class vliegen.
Ik loop opgewekt met Ernst mee naar het platform. Ik verdring wat vragen die ik graag zou stellen: Kunnen er echt wel vier mensen plus een stewardess in? Is het toch niet beter dat er iemand beneden blijft? En wat doet die grote plas olie onder de rechter motor? De onderkant van de motor van het vliegtuig waarmee we zullen vertrekken is nat en smerig van de lekkende olie. Er maakt zich wat onrust van mij meester. Echter niet bij Ernst. Die lost het vraagstuk op door het vliegtuig een stukje te verplaatsen. “Kijk maar pap, zo ligt er geen olie meer onder de motor”. Hij heeft gelijk, maar ik voel me maar matig gerustgesteld.

Dan stappen we in. Zal ik toch maar niet rechts voorin gaan zitten? Wie weet is dat toch handig als er iets mis gaat. Als hij iets verkeerd zou doen, kan ik tenminste ingrijpen. Maar nee, er komt ook een instructeur aan boord en ik moet naar achteren. Ik taxeer de instructeur. Gezond uiterlijk. Jaar of vijfenveertig/vijftig. Iets te junior misschien? Hoe zou het met zijn bloeddruk zijn? Hij fungeert op deze vlucht als tweede piloot. “Wat, tweede piloot? Wie is dan de eerste?’ Inmiddels zit links voorin een jongen die ik niet herken. Hij heet weliswaar Ernst Pontier, maar het is niet die beetje coole, nonchalante –of zoals de Engelsen zeggen “suave” gozer, die bij voorkeur met een knetterende iPod in zijn oren en een arm losjes op het portier mijn Jaguar over zijn toeren jaagt. Neen, voorin zit een buitengemeen geconcentreerde vent met grote deksels op zijn oren een conversatie te voeren met de instructeur in een Engels waar George Bush trots op zou zijn. Het is de Eerste Piloot. Captain Ernst. Ook wij krijgen deksels op de oren en een uitdrukkelijk verbod om ons in de conversatie met de verkeerstoren te mengen. Een tijdelijk spreekverbod dus. De piloten lopen de checklist door en dat kost een kwartiertje. Ik probeer nog even of er niet ook een stewardess met een mooie lunch op de lijst staat. Captain Ernst negeert beschaamd zijn door business class gecorrumpeerde vader en vraagt toestemming aan de toren om te taxieen naar de runway. Daar aangekomen blaast hij de motoren op tot fenomenale toerentallen. Het is een test die hij als vaste procedure voor de start moet uitvoeren. Bovendien een test die nu uitwijst dat er iets niet goed is met de motor. Alweer een probleem? Ik dacht dat de kans op storingen heel erg klein was? Het blijkt serieus genoeg om het toestel terug te rijden en een andere kist te nemen. Probleem: de rotatie tussen linker en rechter motor verloopt niet synchroon. Twintig minuten en een nieuwe checklist later staan we weer aan het begin van de runway. Captain Ernst blaast de motor weer op en dit keer gaat het goed. Vervolgens “off we go”. Twee motoren van 600 pk drukken ons diep in de stoelen en voor we het weten zitten we op 150 meter hoogte. Op dat moment meldt de instructeur een “engine failure” en valt het gas van de rechtermotor terug. Wat? Is hij gek?! Het vliegtuig zakt rechts scheef weg omdat de motor niet meer trekt. Captain Ernst blikt of bloost niet. Volkomen beheerst draait hij zijn procedure af en corrigeert. “Is the engine on fire?”, vraagt hij de instructeur. Het antwoord is nee. Pffff, dat dus godzijdank niet. Dan mag de motor weer aan en duwt hij het vliegtuig omhoog naar 5000 voet, zo’n 1,5 kilometer. De rust is teruggekeerd en we hebben een schitterend uitzicht over de stad Groningen. Vader prijst zich achterin gelukkig dat de lunch met het mooie glas wijn nog niet geserveerd is tijdens de engine failure. Die zou nu in de schoot gelegen hebben. Laat de lunch echter nu maar komen.
Geen illusies ouwe. De instructeur roept Captain Ernst op om een “Steep Turn” te maken. Dat blijkt een cirkel onder een hoek van 45 graden te zijn zonder dat hoogte verloren mag worden. Dat laatste vind ik een heel goed idee, maar 45 graden is steil, heel steil. Ik zie de wereld op anderhalve kilometer beneden me in een hoek die niet eerder ervaren perspectieven biedt. Het voelt of mijn maaginhoud, als water in de waterpas, horizontaal blijft staan en bijna naar buiten klotst. Als het cirkeltje rondgevlogen is, krijgt Captain Ernst instructies om naar beneden te gaan en te landen. Opgelucht haal ik adem en leun gerustgesteld achterover.

In een mooie rustige baan gaan we naar de landingsbaan. Prachtig gezicht om de runway te zien opdoemen als een veilige haven. In een mooie strakke lijn vliegen we er naar toe. 200 voet, 150, 100, 75, 50, 20 voet. Plotseling schreeuwt de instructeur dat er iets op de baan staat en er een doorstart gemaakt moet worden. Met een ruk trekt Ernst het vliegtuig weer op en schiet omhoog naar 200 voet. “Engine failure”, roept de instructeur vervolgens en gooit het gas dicht. Gecumuleerde paniek? Weer die ruk naar rechts! Weer die vleugeltip die onder de horizon zakt! Weer dat weee gevoel in de maag. Weer die existentiele twijfel aan het gezond verstand van de instructeur. Mijn hemel, dit is toch geen vliegen! Alweer loopt het goed af en we klimmen terug naar 2 kilometer hoogte, maar ook daar is ons geen rust gegund. Op die hoogte mag Ernst een “stall” doen. Dat is de neus optrekken, gas terugnemen en daarmee zoveel snelheid minderen dat het vliegtuig net niet terugvalt. “Uit de lucht vallen” legt Ernst opgewekt via de intercom uit. “Je moet het zo doen dat je net niet uit de lucht valt”. Dat moet hij leren te vermijden. Dat vind ik maar matig bemoedigend klinken. Wat gebeurt er als het de piloot niet lukt? Ernst roept enthousiast dat je dat juist op twee kilometer oefent om voldoende ruimte over te houden als het fout gaat. “Pap, als je echt uit de lucht valt, heb je twee kilometer om de fout te herstellen. Dit vind ik nou het leukste van vliegen: Die stalls, steep turns en die engine failures”, voegt hij toe. Ik ervaar dat enthousiasme nog niet als een echte geruststelling.
Bovenstaande handelingen worden nog ettelijke malen herhaald. We hobbelen, scheren, hangen, stallen, starten door, doen vele touch and go’s, zetten de motoren uit en weer aan, vliegen met geblindeerde instrumenten en zelfs een volledig geblindeerde cockpit van waaruit Ernst een “blinde landing” moet maken. Niet naar buiten kijken dus, maar alles op de instrumenten. Na twee uur stuntvliegen landen we definitief. Als we de grond raken, realiseer ik me plotseling dat ik het geen moment echt vervelend heb gevonden en sterker nog: van ieder moment genoten heb. Heel anders dan de luxe vlucht met lunch naar Berlijn waarop wij hoopten. Veel onverwachte bewegingen en niet het Business Class Gevoel waarmee de ouwe zo verwend is, maar rondrausen in drie dimensies. De grootste sensatie is dat je je leert overgeven aan de knul die je naar jouw regels hebt leren fietsen, die je aarzelend in je auto liet rijden mits hij maar reed zoals jij vond dat het moest, maar die nu iets presteert wat pa nooit heeft gekund, nooit zal kunnen en het dus zal doen zoals hìj het wil. Het is de sensatie van een pa die al dat geklooi in de lucht ondergaat zonder ook maar één moment angst te hebben om “uit de lucht te vallen”. Het is immers je zoon, Captain Ernst.

1 opmerking:

  1. Erg leuk !
    Ik zie zo'n vluchtje ook wel zitten!
    (Dan verwacht ik wel dat de onboard catering perfect verzorgt is natuurlijk.. )

    X

    BeantwoordenVerwijderen